Verbeelding is een spier
Eind 2019 werd ik gevraagd om een verhalenvoorstelling te maken voor Oerol. Samen met mijn medeverhalenverteller koos ik voor het thema Russische sprookjes. Tot groot genoegen van mijn kinderen (13 en 9) bestond mijn onderzoek uit het voordragen van talloze Russische vertellingen. Helaas kon Oerol dit jaar geen doorgang vinden, maar de Russische sprookjes zijn binnen ons gezin nog razend populair.
Het vertellen van deze sprookjes aan mijn kinderen is een dynamische gebeurtenis. Ze kennen inmiddels de belangrijkste figuren uit de Russische sprookjeswereld, onderbreken mij regelmatig en vertellen het verhaal naar eigen inzicht verder. De sprookjes hebben veel terugkerende elementen, waardoor je het sprookje gemakkelijk samen vertelt.
Het valt me op hun verbeelding een hoge vlucht heeft genomen. Ze verzinnen snel verhaaltjes, tekenen veel en hebben vaak goede knutselideeën. De kracht van verhalen vertellen is dat je er zelf de beelden bij moet bedenken. Hoe vaker je dat doet, hoe beter je erin wordt. In feite is je verbeelding een spier die je kan trainen.
Wat voor kinderen evident is – de verbeelding stimuleren met verhalen – geldt net zo goed voor volwassenen. Natuurlijk, een mooie serie kijken op Netflix na een lange werkdag is heerlijk ontspannend. Maar vergeet niet dat je die beelden als hapklare brokken krijgt voorgeschoteld. Net zo goed als je minstens drie keer per week moet sporten, moet je een paar keer per je week verbeelding trainen.
Schrijf een verhaaltje over een familieherinnering, teken een scène uit een sprookje na of vertel je partner of kinderen een mooi verhaal. Het gaat er niet om of je kán schrijven of tekenen, maar dat je bezig bent je verbeelding te prikkelen (en die van anderen). Want wees eerlijk, wat is er nou mooier dan goed getrainde fantasiebiceps?